TIJDENS UW VERBLIJF
U bent opgenomen door uw behandelend specialist. Hij is verantwoordelijk voor uw medische behandeling. Soms is aanvullend onderzoek nodig. In dat geval krijgt u ook met een andere specialist te maken.
Medische zorg
Iedere dag komt een arts bij u langs. Dit is een medisch specialist en/of een arts-assistent. Deze arts is dus niet altijd de specialist die u op de polikliniek hebt gezien. Arts-assistenten zijn afgestudeerde artsen die in opleiding zijn tot specialist. Ze werken onder de verantwoordelijkheid van een specialist en zijn volledig van uw situatie op de hoogte. Als u uw 'eigen' specialist wilt spreken, kunt u dit aanvragen bij de verpleegkundigen van uw afdeling.
Ook kunt u tijdens uw verblijf co-assistenten zien. Dit zijn aankomende artsen die bezig zijn met het laatste deel van hun studie. Zij vallen ook onder verantwoordelijkheid van de specialist.
Verpleegkundige zorg
Op de verpleegafdeling werkt een team verpleegkundigen. Ook zijn in het ziekenhuis gespecialiseerde verpleegkundigen werkzaam, bijvoorbeeld de diabetesverpleegkundigen. Zij verlenen specifieke zorg en worden ingeschakeld door uw behandelend specialist of de verpleegkundigen op de afdeling. Na uw ziekenhuisontslag kunt u de gespecialiseerde verpleegkundigen poliklinisch bezoeken.
Medicijnen
Neem uw medicijnen in de originele verpakking mee en laat ze aan de verpleegkundige op de afdeling zien. Tijdens uw verblijf krijgt u alle medicijnen die u nodig hebt van het ziekenhuis.
Neem nooit eigen medicijnen in zonder overleg met de verpleegkundige. Uw eigen medicijnen krijgt u weer mee naar huis. Als u weet dat u voor bepaalde stoffen overgevoelig (allergisch) bent, geef dit dan door zodat we hier rekening mee kunnen houden.
Belangrijk: geef altijd door als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt.
Patiëntveiligheid
Patiënten kunnen bacteriën, virussen, gisten of schimmels bij zich dragen. Om overdracht tegen te gaan, houden alle medewerkers zich aan algemene infectiepreventiemaatregelen, zoals het desinfecteren van de handen.
Het risico op besmetting is bij patiënten groter dan bij andere mensen. Houd daarom rekening met het volgende:
- was uw handen: voor het eten, na toiletbezoek, na hoesten of niezen.
- gebruik alleen uw eigen toiletartikelen.
- raak wonden, katheters en verbanden niet met uw handen aan.
- houd bij het niezen en hoesten de binnenkant van uw elleboog voor uw mond.
- gebruik papieren zakdoekjes en gooi deze direct weg.
Prikaccident
In het ziekenhuis worden vaak naalden of scherpe voorwerpen gebruikt, bijvoorbeeld bij bloedprikken of een operatie. Ondanks alle goede voorzorg kan het voorkomen dat een medewerker zich verwondt. Dit noemen we een prikaccident.
Bij het verwonden loopt de medewerker het risico op een infectie. Om tijdig met de behandeling van de medewerker te kunnen starten, is het belangrijk om snel te weten of u een infecterend virus bij u draagt. Het is mogelijk dat u drager bent, zonder ergens last van te hebben. Om hierover duidelijkheid te krijgen, is het nodig een onderzoek te doen naar deze virussen. Voor dit onderzoek is een buisje bloed nodig. U wordt gevraagd of u al dan niet de uitslag van dit onderzoek wilt ontvangen. Door middel van een formulier wordt dit vastgesteld. Als u het niet eens bent met deze procedure kunt u uw bezwaren tijdens het gesprek kenbaar maken aan de specialist of verpleegkundige.