KENNISCENTRUM VOOR INCONTINENTIE EN VERZAKKING
Bekkenbodemproblematiek richt zich op problemen bij vrouwen met incontinentie en verzakking (prolaps). In het Laurentius Ziekenhuis bestaat er een grote expertise op dit gebied. De laatste jaren zijn er enorme ontwikkelingen geweest in zowel het stellen van de diagnose als in de behandeling van incontinentie en verzakking.
De gynaecologen beheersen vrijwel alle operatietechnieken op het gebied van incontinentie en verzakking. Om nog betere zorg te kunnen bieden, is er een nauwe samenwerking met de urologen in ziekenhuis. Zo is er wekelijks een spreekuur voor vrouwen met gecompliceerde problematiek, waarbij de patiënten gezien worden door zowel de gynaecoloog als de uroloog. Dit heet het KennisCentrum voor Incontinentie en Verzakking (KCIV). Het is zelfs mogelijk om op één ochtend de benodigde onderzoeken te doen en nog op dezelfde dag een diagnose te stellen. Dit noemen we: one-stop-poli.
Maandelijks is er een bekkenbodemoverleg in het Laurentius Ziekenhuis. Hieraan nemen verschillende specialisten deel: twee gynaecologen, een urologe, een colorectaal-chirurg met expertise op het gebied van prolaps, een maag-, darm- en leverarts, bekkenbodemfysiotherapeuten, seksuologen, incontinentieverpleegkundigen en een huisarts uit de regio. Tijdens dit overleg worden patiënten met een uitgebreide problematiek besproken. De gezamenlijke expertise van de verschillende vakgebieden is dan onmisbaar.
Sinds meerdere jaren wordt er in de bekkenbodemchirurgie gebruik gemaakt van kunststof matjes. Deze worden in de schede geplaatst om opnieuw stevigheid te geven bij een teruggekeerde verzakking. Door verschillende tv-uitzendingen is er landelijkdiscussie ontstaan over het gebruik van de matjes binnen de prolapschirurgie. Naar aanleiding daarvan is een onderzoek uitgevoerd door de Inspectie van Volksgezondheid. De conclusie van dat onderzoek was dat de risico's bij het gebruik van de matjes binnen de grenzen liggen. En dat er bij bepaalde patiëntencategorieën een duidelijke gezondheidswinst behaald kan worden. Gynaecologen en klinieken die de matjes willen toepassen, moeten wel voldoen aan bepaalde minimumaantallen per jaar. Daarom werken de gynaecologen sinds enkele jaren nauw samen met de bekkenbodemspecialisten van het MUMC.
