ANESTHESIOLOGIE

Anesthesie betekent 'gevoelloosheid'. De anesthesioloog is de medisch specialist die zich bezighoudt met verschillende vormen van anesthesie voor en tijdens een ingreep of operatie. De meest bekende vormen zijn algehele narcose of plaatselijke verdoving.
De anesthesioloog is ook betrokken bij de zorg voor patiënten na een operatie. Goede pijnbestrijding is hier een onderdeel van.


lees meerP -

De anesthesiologen passen allerlei vormen van anesthesie toe, niet alleen bij operaties, maar ook bij onderzoeken, bevallingen en chronische pijn. Behalve op de operatiekamer zijn anesthesiologen ook werkzaam op de Intensive Care en bij de Spoedeisende Hulp, omdat zij veel ervaring hebben met acute problemen van de ademhaling en de bloedsomloop.

Voorbereiding
De anesthesioloog zorgt ervoor dat u goed wordt voorbereid op de operatie. Tijdens de operatie zorgt de anesthesioloog voor een goede bewaking en ondersteuning van belangrijke lichaamsfuncties, zoals hartslag en ademhaling.

Soorten anesthesie
Er bestaan verschillende soorten anesthesie of verdoving:

  • algehele anesthesie of narcose. Hierbij wordt het hele lichaam verdoofd en bent u tijdelijk buiten bewustzijn.
  • lokale anesthesie. Hierbij krijgt u één of meer plaatselijke injecties met verdovingsvloeistof. Zo wordt een klein stukje huid of deel van het lichaam 'plaatselijk' verdoofd.

Algehele anesthesie (narcose)
Bij algehele anesthesie wordt u tijdens de operatie met sterke kortwerkende slaapmiddelen slapend gehouden. In die toestand voelt u niets. Meestal mag u na de operatie direct wakker worden. Zodra de anesthesioloog stopt met het toedienen van de slaapmiddelen wordt u na enige minuten wakker. U voelt zich daarna nog zo'n vijftien tot dertig minuten suf. De rest van de dag kunt u ook nog een beetje suf zijn. De volgende dag is de narcose helemaal uitgewerkt. Bent u daarna nog moe? Dan heeft dat een andere oorzaak, bijvoorbeeld de wondgenezing. 

Regionale anesthesie
Bij regionale anesthesie wordt een groter gedeelte van het lichaam, zoals een arm, een been of het hele onderlichaam, tijdelijk gevoelloos gemaakt. Het meest bekende voorbeeld is de ruggenprik waarbij de onderste lichaamshelft wordt verdoofd. Bij een operatie werkt de verdoving zo sterk dat de benen tijdelijk ook onbeweeglijk zijn. De verdoving duurt twee tot zes uur.

Echogeleide verdoving
De anesthesiologen maken zoveel mogelijk en steeds meer gebruik van zogenoemde echogeleide verdovingen. Middels een prik rondom een zenuw krijgt u heel nauwkeurig de verdoving toegediend. Aan de samentrekking van de betreffende zenuw, ziet de anesthesioloog dat hij de juiste plaats heeft. Deze manier van verdoven heeft voor u als patiënt grote voordelen:

  • de verdoving werkt altijd en precies op de gewenste plaats
  • u blijft wakker
  • u hebt minder pijn na de operatie

Voor de operatie
Algehele anesthesie wordt ook narcose genoemd. Als voorbereiding op de anesthesie kunt u een tabletje krijgen. Hiervan wordt u al wat slaperig. U wordt in uw bed naar de operatieafdeling gebracht. Daar ziet u de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker.

Voordat u de narcosemiddelen krijgt toegediend, wordt de bewakingsapparatuur aangesloten. U krijgt plakkers op de borst om de hartslag te meten en een klemmetje op uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te controleren. De bloeddruk wordt aan de arm gemeten. U krijgt een naaldje ingebracht in een arm, waarop soms een infuus wordt aangesloten. Via dit naaldje spuit de anesthesioloog de narcosemiddelen in. U valt binnen een halve minuut in een diepe slaap.

Vanwege uw veiligheid volgen wij op de operatiekamer de zogenaamde time-out procedure. Dit betekent dat er meerdere malen en door verschillende mensen gevraagd wordt naar uw naam, geboortedatum en voor welke operatie u komt.

Tijdens de operatie
Om de ademhaling tijdens een narcose te kunnen controleren wordt voor de operatie begint een plastic buisje in de keel gebracht. U merkt daar niets van.
Tijdens de operatie blijft de anesthesioloog of de anesthesiemedewerker voortdurend bij u. De anesthesioloog bewaakt en bestuurt tijdens de operatie de functies van uw lichaam. Dankzij de bewakingsapparatuur kan precies worden vastgesteld hoe uw lichaam op de operatie reageert. De ademhaling en de bloedsomloop kunnen zo nodig worden bijgestuurd en er worden medicijnen toegediend om de narcose te onderhouden. 

Na de operatie
Na de operatie brengen de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker u naar de uitslaapkamer. Dat is een aparte ruimte vlakbij de operatiekamer. Gespecialiseerde verpleegkundigen zien erop toe dat u rustig bijkomt van de operatie. Ook hier bent u aangesloten op de bewakingsapparatuur. U kunt één of meerdere (wond)drains of katheters hebben.

Wakker worden uit de narcose
U kunt zich kort na de operatie nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Met het uitwerken van de narcose kan er pijn optreden in het operatiegebied. Meldt u dit aan de verpleegkundigen, net als eventuele misselijkheid. De anesthesioloog is tevens betrokken bij de zorg voor patiënten tijdens en na een operatie. Goede pijnbestrijding is hier een onderdeel van.

Zodra u voldoende wakker bent uit de narcose, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Bij bepaalde operaties gaat u eerst een nacht naar de Intensive Care. Dit wordt van tevoren met u besproken.
Na de operatie kunt u direct weer gaan drinken. En als u iets wilt eten, kunt u daar om vragen.

Bijwerkingen van de narcose
Hebt u een zwaar of kriebelig gevoel achter in de keel? Dan komt dat van het buisje dat tijdens de operatie in uw keel zat om de ademhaling te kunnen regelen. Die irritatie verdwijnt vanzelf binnen een aantal dagen. Regelmatig een slokje koud water verzacht de pijn.

Naar huis
Als u nog dezelfde dag naar huis mag, zorg er dan voor dat u door iemand begeleid wordt en dat u niet alleen thuis bent. Regel vervoer per taxi of eigen auto, maar rijd zeker niet zelf. Doe het thuis de eerste 24 uur na de operatie rustig aan. Bestuur geen machines, neem geen belangrijke beslissingen en eet en drink licht verteerbare voedingsmiddelen. Het is normaal als u zich een paar dagen vermoeid en niet fit voelt. Uw lichaam herstelt zich in zijn eigen tempo. Bij de een gaat dat wat sneller dan bij de ander.

Het team
De anesthesiologen doen deze werkzaamheden natuurlijk niet alleen.
Op de polikliniek Preklinische Screening voeren een apothekersassistente en doktersassistenten een deel van de werkzaamheden uit. Op de operatiekamer werkt de anesthesioloog samen met de anesthesiemedewerker. De snijdend specialist, de anesthesioloog en hun assistenten vormen samen het operatieteam. In de voorbereidingsruimte en in de uitslaapkamer wordt u door gespecialiseerde verpleegkundigen bewaakt en verzorgd.


+ - AANDACHTSGEBIEDEN
R Anesthesie bij kinderen

De anesthesiologen in het Laurentius Ziekenhuis werken bijzonder kindvriendelijk.
Bij kinderen passen ze bij voorkeur algehele verdoving toe. Bij de preklinische screening wordt afgesproken of uw kind gaat slapen met een 'kapje' of met een prikje.

lees meerP
-
VOORKOM ONVERWACHTE KOSTEN
Niet alle onderzoeken en behandelingen in het ziekenhuis worden zonder meer vergoed door de zorgverzekering.
We raden u aan om vooraf bij uw verzekeraar na te gaan hoe u verzekerd bent. Let ook op uw eigen risico.
melding sluiten X Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt het Laurentius Ziekenhuis gebruik van cookies.
Klik hier voor meer informatie over deze cookies.