OPNAME BIJ HARTFALEN - BEHANDELING
Medicatie
U heeft, toen u werd opgenomen, een infuus met plasmedicatie gekregen en medicijnen om de pompkracht van uw hart te ondersteunen. Of wordt u behandeld met tabletten.
Medicijnen zijn nodig om de klachten te verminderen en achteruitgang van het hartfalen tegen te gaan. De cardioloog zal indien nodig uw medicatie aanpassen.
Therapietrouw
Het is zeer belangrijk dat u uw medicijnen dagelijks en nauwkeurig volgens voorschrift inneemt. U wordt geadviseerd om altijd een actueel medicatieoverzicht bij u te dragen. Dit overzicht kunt u vragen bij uw apotheek. Het is belangrijk dat u weet welke medicijnen u slikt en waarom. Heeft u vragen over uw medicijnen, stel ze dan gerust.
De belangrijkste medicijnen bij hartfalen
Diuretica (plasmedicatie) via infuus of in tabletvorm
Bij hartfalen houdt het lichaam teveel water en zout vast. Plasmedicatie bevordert de zout- en wateruitscheiding door de nieren.
Voorbeelden zijn: furosemide (Lasix), bumetanide (Burinex). Eventueel kan een kaliumsparend diureticum als spironolacton (Aldactone) of eplerenone (Inspra) worden toegevoegd.
Inotropica: dobutamine
Dit medicijn wordt via een infuus toegediend om de pompwerking van uw hart te ondersteunen in de eerste dagen van uw opname.
ACE-remmers of Angiotensine-II antagonisten
Deze medicijnen verwijden de bloedvaten, waardoor de bloeddruk daalt. Het hart heeft dan minder moeite om het bloed rond te pompen. Uw hart wordt zo minder belast. Daarbij heeft het een directe beschermende werking op de hartspier.
Voorbeelden zijn: Fosinopril (Newace), Enalapril, Quinapril (Acupril), Candesartan (Atacand) en Valsartan (Diovan).
Bétablokkers
Bétablokkers vertragen de hartslag en verlagen de bloeddruk, waardoor het hart zich beter kan vullen. Hierdoor kan het hart meer efficiënt pompen. Ook wordt de kans op ritmestoornissen verkleind. U begint altijd met een lage dosering die geleidelijk wordt opgehoogd.
Voorbeelden zijn Metoprolol (Selokeen), Carvedilol (Eucardic) of Bisoprolol (Coversyl).